Bijen zijn de labradoodles onder de insecten. Net zo hip, harig en aaibaar – nou ja, bij wij van steken, eh…, spreken.
Bijen doen nuttig werk in de natuur. Zorgen voor bestuiving van planten en gewassen. Als deze diertjes door landbouwgif, uitlaatgassen en andere derrie er de brui aan zouden geven, moet de mens het voortaan zonder appelwijn, perenjam en augurken stellen. Bijen dood, wij in nood. Vieze vingers af dus van het milieu, is allerwege de slogan.
Dientengevolge zijn (hobby)imkers geziene types aan het worden. Houden jullie bijen? Goed bezig, zeg! Imkers laten zich die milieupluim natuurlijk graag op hun beschermhoed steken. Wie wil niet als wereldinstandhouder worden geprezen?
Maar, eerlijk is eerlijk, menig imker vindt zijn/haar werk/hobby vooral leuk vanwege de HONING! Dat heeft een bijenhouder voor op de baas van een labrador-poedel. Die moet het voedsel kopen. Om dat een dag later in andere vorm ook nog op te ruimen. Of niet…
Over poep gesproken. Honing is nectar, en dat komt uit bloemen. Klopt, maar het is niet de hele waarheid. Wel ’s gehoord van bladhoning? Een heerlijk voorbeeld van versluierd taalgebruik. Ze noemen het ook wel honingdauwhoning, maar eigenlijk is het niks ander dan luizenhoning!
Zet zomerdag de auto een nachtje onder een eik, esdoorn of linde. Ligt er de volgende ochtend een ruw voelend plaklaagje op dak en motorkap. Honingdauw, oftewel: de poep van boomluizen. Wie de tong eroverheen haalt – als je nog durft tenminste – snapt waarom meters hogerop mieren en bijen dat in groten getale doen. Het is superzoet.
De luizen zuigen sap uit de bladeren en openen hun anusjes om het overschot te lozen. De bijen slurpen de kleverige, heldere afscheiding op en zetten het thuis om in honing. De smaak is uitstekend, wellicht iets pittiger dan gewone bloemenhoningen. Uit onderzoek door een bijenprof is gebleken dat deze luizenhoning de meeste antioxidanten bevat. En dus eigenlijk het gezondst is…