Oplettende fietsende en wandelende voorbijgangers zullen wel denken: ‘Jeutere, de ysklup is dur dit jaar wel érch froech bij!’
Sinds een dag of wat ligt er inderdaad weer een laagje water op de baan. Zij het niet omdat er een vroege vorstinval wordt verwacht. Dat is te zeggen? Je weet het maar nooit met dat verrassende klimaat van ons tegenwoordig… Nee, het heeft met de lang aangehouden voorjaarsdroogte te maken. De paar buitjes van de laatste aprildagen zetten onvoldoende zoden aan de dijk.
Je zou verwachten dat zo’n ijsbaan – na de hele winterperiode onder water te hebben gestaan – lang drassig is en gestaag opdroogt. Toch is het binnen een paar weken vaak alweer streeploos met een kleine auto of lichte trekker berijdbaar. Nu kon je er haast na een week al op sokken een droge oversteek maken! Zon, schrale oostenwind en hoge temperaturen zorgden na een maandje voor scheuren, zeker ook in het hoger gelegen polderdijkje rondom het groencomplex.

Dat is niet de eerste keer; het is heus wel eens vaker een lange tijd gortdroog in ons Friese kikkerlandje geweest. Ook dan sloeg je op de bikkelharde baanbodem van kleibeton een spijker zomaar krom. Alleen: het bestuur van de IJsclub Sneek kon het dan niet maken om een verfrissend laagje drinkwater voor gras, bloemen, kruiden en vogels in te laten. Andere ‘droge’ gebruikers/huurders van de baan zouden er immers door worden gedupeerd.
Door de corona komen (sport)clubs nu niet of nauwelijks nog in actie. Ook de leden van de handboogclub moeten op hun anders zo weidse schietbaan verstek laten gaan. ,,Se benne dur nyt, nou ken ut moai”, dachten de ijsclubvrijwilligers. ,,Dus open dy kraan!”. Een paar dagen lang lieten zij het buitenwater over de schaatsakker lopen. Een binnenmeertje creërend, 10 tot 15 centimeter diep, dat door kikkers, meeuwen, eenden en zowaar een stelletje ganzen rap enthousiast in beslag is genomen.
Allerlei plantjes en sprietig gras zetten het op een groeien en steken hun kop, met en zonder bloem, alweer boven het (lauwe) water uit. Langzaamaan zal het water verdampen, in de grond zakken en aldus weer verdwijnen. Tot de volgende ‘tsunami’ zich aankondigt, maar dan om vorstelijkere reden…
Willem Altena