Slik honingbrij en groei uit tot prinses!

Wat je eet, dat ben je. Ken je die uitdrukking? Weten we van de bijen, al zeggen die het zelf nog ietsjes scherper: wat je eet, dat word je…
Wat is het verschil? Nou, als je meteen vanaf de geboorte een speciaal soort melk krijgt, word je een ware prinses! Je mag gewoon in een rijtjeshuis uit je ei kruipen en je vader hoeft niet persé Willem Alexander te heten. Je moet wel een meisje zijn. Bij jongens werkt het niet.

Raar verhaaltje? Een sprookje? Niet volgens de bijen.

We weten dat een volk voornamelijk uit vrouwtjes bestaat. Mannetjes zijn sterk in de minderheid. Van koninginnen heb je in een volk altijd maar eentje. Twee koninginnen in een kast? Roep dan de begrafenisondernemer maar. Daaruit gaat koninklijk bloed vloeien.
Het klinkt alsof zo’n koningin een bazige figuur is, een dictatorretje. Dat is betrekkelijk. Ze heeft een hofhouding, een stuk of acht tot tien bijen die haar verzorgen, te eten geven en leiden langs de raten, waarin zij eitjes legt. Zelf heeft zij weinig te vertellen. Zoveel verschilt ze misschien niet eens met een mensen-koningin…

Na een vruchtbaar voorjaar besluit het volk zich in tweeën te delen. Verspieders gaan uit om een geschikte woonstek elders te vinden, waarna een ieder te horen krijgt of hij/zij uit de kast mag komen of thuis moet blijven.
De koningin heeft geen keuze. Als binnen alle geledingen over een tussenstop en de eindbestemming een akkoord is bereikt, begeleiden de hofdames haar naar de vliegplank en kiest zij met tienduizend onderdanen het luchtruim. Een zwerm.
En daar zitten ze dan, de achtergebleven halve rest. Zonder koningin! Help? Neuh. De oude koningin heeft tal van (vrouwelijke) larfjes in open wascelletjes achtergelaten. Een bekwaam comité kiest een stuk of vijf tot tien daarvan uit als geschikte kraamwiegjes.

En nu komt Het Niet Te Bevatten Eetgeheim. Zetten de voedsters larfjes gewoonlijk op een vast menu van water en bijenbrood. Nu geven zij het de uitverkoren ‘koninginnebrij’, een speciale mix van sappen, honing, vetten, stuifmeel en andere ingrediënten met Latijnse afkortingen.
Twee weken later: het eerste koninginnetje steekt de kop uit de dop. Heur aanstaande hofhouding staat er met de gepoederde neus bovenop. Soms helpen ze haar een handje. Als zij ferm van lijf en leden is en het juiste luchtje afgeeft, mag ze blijven. Anders knuffelen ze haar dood en mag nummer twee op appèl komen.
Is de jonge koningin gekroond, dan kan ze twee dingen doen. Of ze loopt naar haar zusjes en steekt ze, één voor één, dwars door hun doppen overhoop. Of – en dit geloof je niet totdat je het zelf hoort – ze gaat ‘tuten’!
Geeft ze kusjes? Nee, nee, ze maakt een geluidje, waaruit de opgesloten koninginnen-in-spé – die dat met onvervalst ‘kwaken’ beantwoorden – opmaken dat ze binnen moeten blijven totdat deze koningin vertrekt, vaak dezelfde dag nog en opnieuw met de helft van het volk. Als ook de volgende koningin gaat tuten en verkast, maakt het aldoor uitdunnende volkje zelf een eind aan de uittocht door een koningin aan te wijzen en de overige dames tot het schavot te veroordelen.

Nog even over dat wonderlijke, beetje zurig smakende koninginnegelei. Waar een larf twee keer zo snel van groeit en ook nog eens twee koppen groter van wordt. En waardoor een koningin vier jaar oud kan worden in plaats van al na acht weken te ontslapen, zoals een gewone bij. Stel: als wij, arme stervelingen, dat bijenmelk gaan verzamelen en zelf innemen, wordt onze houdbaarheid dan ook verruimd? Wel, het is al geprobeerd, bij vrouwen. Resultaat: ze kregen opvliegers, raakten behaard en er groeiden kleine antennes uit hun oren.

Raar verhaaltje. Klopt, want dit is wel een sprookje.

Wil je meer wonderbaarlijke wetenswaardigheden over de Sneker ijsbaanbijen horen, blijf dan in de buurt…

Willem Altena, ijsbaanimker

Pasgeboren koningin, rechts bovenin. Heeft een langer achterlijf dan de andere bijen


Vrijwilligers van de ijsclub zaaien een deel van de ijsbaan in met zaad van bijvriendelijke bloemen